
Ik dacht jou te vinden,
mijn spiegelbeeld in een ander
gezicht,
alsof twee zielen in één adem
door het leven zwerven,
man en vrouw,
licht en schaduw,
verschillend maar één
We lachten in dezelfde taal,
droomden dezelfde dromen,
voelden ons thuis
in elkaar stilte.
Maar wat dichtbij kwam,
brandde soms te fel.
We konden niet samen zijn,
maar loslaten was ook geen weg.
Nu is het stil geworden,
geen storm meer in mijn hart.
Ik kijk achterom
en zie ons verhaal
als iets wat was
mooi en intens
en nu voorbij.
Geen pijn, geen haat,
alleen het weten:
jij was een hoofdstuk
in mijn boek,
niet het einde.
Reactie plaatsen
Reacties